Eind 2009 besloot de Europese Commissie tot een omvangrijke studie naar het juridisch kader voor Europese bedrijven rond mensenrechten en milieu. Het eindrapport van deze studie is nu gepubliceerd. Lees hieronder de belangrijkste conclusies.
Enkele conclusies uit de studie zijn:
- Het overgrote deel van de schendingen waar Europese bedrijven bij betrokken zijn, vindt plaats bij dochterondernemingen of toeleveranciers.
- Slachtoffers van schendingen buiten de EU ondervinden grote obstakels bij het verhalen van de geleden schade. Betrokken staten blijken vaak zelf medeplichtig of betrokken te zijn bij de schendingen.
- Hoewel de problemen grensoverschrijdend zijn, is extraterritoriale werking van wetgeving slechts zeer beperkt mogelijk. De onderzoekers zien echter beperkte mogelijkheden ten aanzien van extraterritoriale werking van wetgeving die nu niet volledig benut worden.
Het Europese Netwerk ECCJ, waar het MVO Platform deel van uitmaakt, was intensief betrokken bij deze studie via de begeleidende stuurgroep. In de bijlage van het rapport (p. 80) is ook een reactie van ECCJ opgenomen.
In Nederland werd in 2009 een, vergelijkbare maar beperktere, studie uitgevoerd door Prof Castermans. Hier sprak de Kamercommissie voor Economische Zaken in 2010 diverse malen over maar een kabinetsreactie op dit rapport werd uitgesteld tot ook de Europese studie beschikbaar zou zijn. Nu is het zo ver.
Een kabinetsreactie zou consequenties moeten trekken uit de bevindingen, ook in het Nederlandse beleid. Dit is extra van belang omdat de Nederlandse overheid zich voornam om in 2011 het implementeren van het raamwerk van de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor Bedrijfsleven en Mensenrechten, prof. John Ruggie prioriteit te geven.