Op 13 februari waren het MVO Platform, Oxfam Novib, CNV Internationaal, Schone Kleren Campagne en SOMO te gast bij de rondetafel IMVO-convenanten in de Tweede Kamer. Ook vertegenwoordigers van onderzoek en adviesorganen en het bedrijfsleven waren uitgenodigd. Vanuit de Tweede Kamer waren Van Laar (PvdA), Geselschap (VVD), Voordewind (CU) aanwezig.
Zie hier alle sprekers en ingezonden stukken en hier de opnames.
Enkele hoofdpunten uit de rondetafel:
Reactie Wet zorgplicht kinderarbeid
Suzan van der Meij (MVO Platform) trapte af door haar zorgen te uiten over de geluiden uit het bedrijfsleven dat wetgeving (specifiek de Wet zorgplicht kinderarbeid) ondermijnend zou zijn aan de IMVO-convenanten. Het MVO Platform ziet juist dat deze wetgeving de convenanten kan versterken en vraagt zich af of het bedrijfsleven nu de handdoek in de ring gooit? Geluiden uit het bedrijfsleven die wel graag zien dat hetgeen zij doen als norm wordt verheven, lijken de Kamer niet te bereiken.
Van Laar gaat hierop in en vraagt vertegenwoordigers van het bedrijfsleven waar de angst naar deze wet vandaan komt? Volgens VNO-NCW/ MKB Nederland en de FNLI is er vooral veel verwarring over hoe de wet zich verhoudt tot de IMVO-convenanten. FNLI concludeert dat de overheid moet kiezen of zij handhaver of juist partner van het bedrijfsleven wil zijn. VNO-NCW stelt daarnaast dat de wet ervoor zou zorgen dat bedrijven achterover zouden gaan leunen. Van Laar antwoordt dat bedrijven die de IMVO convenanten ondertekenen niet voor de wet hoeven te vrezen en biedt aan om met bedrijven in gesprek te gaan om deze verwarring weg te nemen.
Waardering
Diverse sprekers, zowel vanuit het maatschappelijk middenveld, onderzoekorganen en het bedrijfsleven, spraken hun waardering uit voor het IMVO-convenanten beleid en vroegen de overheid om het beleid voort te zetten. Mariëtte Hamer (SER) benadrukte specifiek het belang van continuering gedurende de demissionaire periode. Ook prezen diverse partijen, waaronder de SER en VNO-NCW, de cruciale inzet van de ngo’s die betrokken zijn bij de IMVO-convenanten.
Maar de aanwezigen zagen ook ruimte voor verbeteringen. Hier een greep uit de adviezen:
Sterkere rol overheid
Onder anderen Peter Ras (Oxfam Novib), Marjolein Groenewegen (CNV), Gisela ten Kate (SOMO) en Mariëtte Hamer (SER) pleitten voor een sterkere rol van de overheid in IMVO-convenanten. Oxfam Novib gaf hiervoor diverse adviezen, zoals het actief uitdragen van hoge ambities, ervoor zorgen dat de juiste spelers aan tafel zitten en stappen zetten om ook de onwelwillende partijen en sectoren in beweging te krijgen. De SER vulde dit aan met ‘het voeren van een consistent beleid’ en het ‘reserveren van voldoende capaciteit’ om zelf actief deel te nemen aan de convenanten. SOMO vestigde de aandacht op het koppelen van het duurzaam inkoopbeleid aan de convenanten, als een belangrijk middel om bedrijven te stimuleren.
Versnellen
Dhr Geselschap (VVD) vroeg zich af of en hoe het IMVO-convenantentraject kan worden versneld. Het antwoord, vanuit verschillende hoeken, was simpel: versnellen is maar in beperkte mate mogelijk, gezien de veelheid aan partijen, standpunten en verwachtingen en verschillen in context. Mariëtte Hamer gaf aan dat verdere ondersteuning van NGO’s, die een essentiële rol spelen in de convenanten, zou kunnen helpen.
ABN AMRO gaf vervolgens een aantal tips voor toekomstige IMVO-convenanten, en adviseerde voldoende aandacht te besteden de ‘zachte kant’ van het proces: het delen van verwachtingen voorafgaand aan het traject en elkaar goed leren kennen.
Leefbaar Loon
Zowel Marjolein Groenewegen (CNV) als Suzan Cornelissen (Schone Kleren Campagne) spraken over het belang van vakbonden en de ruimte voor sociale dialoog voor het aanpakken van risico’s. Schone Kleren Campagne benadrukt dat het werk van vakbonden essentieel is voor een leefbaar loon en dat er nog veel voor nodig is het proces naar een leerbaar loon in beweging te krijgen. Naar aanleiding van een vraag van Van Laar zette CNV uiteen hoe hier binnen het kledingconvenant aan wordt gewerkt en concrete afspraken worden gemaakt. CNV pleitte hierbij voor tussentijdse evaluaties om dit traject te monitoren.