Bedrijven moeten samenwerken voor MVO, stelt de Nederlandse overheid. Diezelfde overheid verbiedt echter samenwerking als dat volgens de mededingingswet een ‘kartel’ oplevert. Minister Kamp werkt aan een beleidsherziening, die deze tegenstrijdigheid zou moeten opheffen en meer ruimte moet geven aan samenwerking die een maatschappelijk doel dient. Helaas gaat de voorlopige versie van de herziening niet ver genoeg.
MVO = samenwerking
De Nederlandse overheid vraagt bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Internationale MVO-richtlijnen zoals OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP) zijn daarbij de leidraad. Samenwerken is niet alleen een optie voor bedrijven, ze dienen in bepaalde situaties samenwerking zoeken. Bijvoorbeeld als zij alleen niet voldoende positieve invloed hebben op problemen in de keten. Het is duidelijk dat de aanpak van bijvoorbeeld kinderarbeid, slechte arbeidsomstandigheden of bedreiging van vakbondsleden minder effectief is als slechts één bedrijf zich daarvoor inspant. Door samenwerking in de sector, in de keten, en met andere partijen zoals overheden, vakbonden en maatschappelijke organisaties kan meer bereikt worden.
Dubbele boodschap
Het kabinet heeft beleid in het leven geroepen dat MVO en duurzaamheid bevordert via samenwerking tussen bedrijven zoals sectorale MVO-convenanten, het Initiatief Duurzame Handel, en ‘Green Deals’. Maar bedrijven moeten zich tegelijkertijd houden aan de mededingingsregels. De mededingingsautoriteit (ACM) ziet erop toe dat bedrijven binnen de mededingingswet handelen en legt zo nodig hoge boetes op. Het is duidelijk dat hiertussen spanning bestaat. Dit is niet alleen in theorie het geval: enkele initiatieven zijn daadwerkelijk teruggefloten. De ACM heeft initiatieven voor meer transparantie, duurzame energie en dierenwelzijn aangemerkt als kartel en daarmee in schending van de mededingingsregels. Dit oordeel van de ACM zorgde voor grote onrust en terughoudendheid onder bedrijven die met samenwerkingsinitiatieven voor MVO bezig zijn.
Oproep
Een ongekend brede coalitie van bedrijven en maatschappelijke organisaties wees Minister Kamp in juni 2015 op het feit dat de mededingingswet op dit moment duurzaamheidsinitiatieven en MVO belemmert. Dat zou niet moeten, vond ook Minister Kamp, en hij deed de toezegging de “beleidsregel mededinging en duurzaamheid” te herzien. Deze beleidsregel zou duidelijkheid moeten scheppen over welke ruimte er is voor MVO-initiatieven.
Consistent beleid
Niet alleen een Nederlandse coalitie roept Kamp op om de tegenstrijdigheid aan te pakken. Ook de Verenigde Naties doen dat. De eerder genoemde UNGP geven niet alleen een opdracht aan bedrijven; ook overheden moeten hun beleid onder de loep nemen en waar nodig aanpassen, zodat optimale bescherming tegen bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen ontstaat. Coherent overheidsbeleid faciliteert en stimuleert bedrijven om schendingen in hun keten te voorkomen en aan te pakken. Samenwerking is daar een noodzakelijk onderdeel van. In het licht van deze VN-richtlijnen kan de huidige uitvoering van de mededingingsregels de bescherming van mensenrechten in de weg staan.
Best belangrijk
Nu komt Kamp met een wijzigingsvoorstel van de ‘beleidsregel mededinging en duurzaamheid’. In de herziening zijn enkele kleine stapjes richting verbetering gezet, maar de gewenste ruimte en duidelijkheid ontstaat nog niet. Vooral opvallend is dat de Minister niet lijkt te erkennen dat de consistentie in het eigen overheidsbeleid een noodzakelijke aanleiding én doel van deze herziening is. We lezen in de concepttekst dat het kabinet verduurzaming (door bedrijven) “een belangrijk onderwerp vindt”. Belangrijk inderdaad, maar waarom niet ook noemen dat eigen overheidsbeleid én de internationale afspraken die Nederland maakt, dringend nopen tot meer ruimte in de mededingingsregels. Samenhang in het overheidsbeleid lijkt geen rol te spelen, en duurzaamheid alleen een doel dat sommige bedrijven nastreven.
Geen oplossing
De voorgestelde wijzigingen zijn te voorzichtig en te onduidelijk. Zo worden bij het beoordelen van samenwerkingsinitiatieven nu wel de effecten op de langere termijn meegewogen en voor de ‘samenleving als geheel’. Maar dat laatste blijft beperkt tot de Nederlandse samenleving. Valt daar een wereldwijd klimaateffect onder? Mogelijk, maar een leefbaar loon in, pak hem beet, Pakistan zeker niet. Zo blijft de tegenstrijdigheid met bijvoorbeeld de OESO-richtlijnen overeind.
De beleidsregel maakt geen gebruik van een juridische mogelijkheid die een publiek belang boven het mededingingsrecht kan stellen. Ook wordt geen experimenteerruimte beloofd, of een oordeel of advies van de ACM vooraf. Kortom, deze herziening biedt geen duidelijkheid aan MVO-initiatieven waar twijfel heerst over of het wel mag van de mededingingswet en is dus geen oplossing. Het is een gemiste kans.
SER reactie
De SER heeft in een uitgebreide reactie op de beleidsregel een aantal voorstellen gedaan waardoor ruimte voor MVO-afspraken ontstaat. Het MVO Platform onderschrijft de reactie van de SER en vraagt Minister Kamp om de voorstellen van de SER over te nemen.