Het MVO Platform vergeleek de visie van de tien grootste politieke partijen op beleid rond maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Gekeken is naar thema’s als ketenverantwoordelijkheid, transparantie en aansprakelijkheid van bedrijven. GroenLinks komt in de vergelijking als beste uit de bus. De partij behaalde 23 van de maximaal 24 te vergeven punten. De tweede en derde plek worden ingenomen door de ChristenUnie (21 punten) en de Partij van de Arbeid (20 punten). De VVD en PVV wisten geen punten te behalen.
Maatschappelijk
verantwoord ondernemen is niet alleen iets van bedrijven. Ook de overheid heeft
hierin een taak. Het MVO Platform ziet de overheid als wet- en regelgever,
marktpartij en voorbeeldconsument, en als facilitator van MVO. De Nederlandse
regering heeft de afgelopen jaren sterk de nadruk gelegd op het vrijwillige
karakter van MVO en op de rol van facilitator. Dit werkt tot op zekere hoogte,
vooral bij bedrijven die al gemotiveerd zijn en de meerwaarde van MVO inzien. Het
MVO Platform vindt dat de overheid verder moet gaan en veel duidelijker moet
aangeven wat minimaal van bedrijven mag worden verwacht als het gaat om het
respecteren van milieu, arbeids- en mensenrechten in binnen- en buitenland en
dit te bekrachtigen in beleid en wetgeving. Zo nodig moeten bedrijven ook aansprakelijk worden gesteld
voor betrokkenheid bij misstanden.
De MVO Meter maakt in één oogopslag duidelijk hoe de politieke partijen de rol van de overheid zien bij MVO. Hechten ze er belang aan? Willen ze het beleid verder versterken? Verbinden ze consequenties aan maatschappelijk onverantwoord gedrag?
Verkiezingsprogramma’s en MVO
Verantwoord ondernemen
is een thema dat een ruime meerderheid van de partijen ergens noemt en
nastrevenswaardig vindt. Alleen VVD, PVV en SGP maken er geen expliciete
melding van. SP wil sociaal ondernemerschap stimuleren, GroenLinks wil duurzaam
ondernemen makkelijker maken door met een zogeheten ‘Kafkabrigade’
belemmeringen weg te nemen. De PvdD en de PvdA pleiten beiden voor een actieve
rol van de WTO bij het versterken van internationaal verantwoord ondernemen.
Alleen de ChristenUnie besteedt een expliciete paragraaf aan maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Het
reguleren van het bedrijfsleven is voor veel partijen een groot taboe. Met twee
uitzonderingen: als het gaat om dierenleed kiezen veel partijen een harde
aanpak, ook richting bedrijven. Daarnaast kan de financiële sector rekenen op
stevige maatregelen, regulering en toezicht bij een grote meerderheid van de
partijen.
Ook
in het algemeen economisch beleid komt MVO (impliciet) terug. Veel partijen
zoals de PvdA, GroenLinks, D66, CDA en ChristenUnie zoeken een weg uit de
crisis door een omslag naar een groene of circulaire economie waarbij
economische ontwikkeling samengaat met een duurzame omgang met energie en
grondstoffen. Er is ambitie om van Nederland een koploper te maken op het
gebied van hergebruik van grondstoffen en vermindering van afval. De Partij
voor de Dieren, D66 en GroenLinks pleiten ervoor om de werkelijke kosten van
producten en diensten in de prijs door te berekenen.
Veel
van deze plannen houden expliciet in dat maatschappelijk verantwoord ondernemen
wordt gestimuleerd of beloond. Toch zijn er enkele kanttekeningen bij te maken:
de plannen benadrukken vooral de milieukant van ondernemen en beperken zich
veelal alleen tot het schaarser en duurder worden van grondstoffen en energie.
Sociale aspecten van ondernemen zijn niet opgenomen, en ook ligt de nadruk bij
veel partijen sterk op werkgelegenheid, innovatie en marktkansen voor
Nederland. Ook blijft het de vraag hoe veel partijen aankijken tegen de
internationale kant van ondernemen: de effecten, invloed en relaties die
bedrijven over de grens hebben.