In 2030 zou de wereld verlost moeten zijn van honger en armoede, moet iedereen toegang hebben tot schoon drinkwater en veilige toiletten én is er gezondheidszorg voor iedereen. Dit zijn enkele van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen die in 2015 werden opgesteld door de Verenigde Naties, als opvolger van de millenniumdoelen uit 2000.
Van bedrijven wordt een bijdrage verwacht aan deze doelen. Enkele doelen richten zich specifiek op bedrijven-zoals duurzame productie en fatsoenlijk werk – maar vooral wordt van bedrijven verwacht, dat ze aan álle doelen bijdragen, net zoals dit van maatschappelijke organisaties en overheden en burgers wordt verwacht.
Bedrijven kúnnen inderdaad bijdragen aan ontwikkeling, maar kunnen ontwikkeling ook ondermijnen. Een recent voorbeeld hiervan is dat Nederlandse bedrijven bijgemengde, vervuilende diesel verhandelen naar Afrika. Deze brandstof tast daar zowel de gezondheid van mensen als het milieu ernstig aan. Omdat hier geen overheidstoezicht op is, kunnen bedrijven dit, willens en wetens, blijven doen en hier goed aan verdienen. Dat bedrijven betrokken zijn bij dergelijke misstanden, wordt door de Nederlandse overheid wel erkent in VN en EU verband. Zo verleende Nederland steun aan de totstandkoming van een set VN richtlijnen die bedrijven wijzen op hun verantwoordelijkheid om schendingen te voorkomen; de UNGP’s.
Als voorzitter van de EU, stelde Nederland in mei 2016 (EU roadmap for Business and Human Rights) dat de uitvoering van de UNGP’s achterblijft. Er werd onder meer deze aanbeveling geformuleerd: “de eerste en essentiële stap voor bedrijven die willen bijdragen aan de duurzame ontwikkelingsdoelen is ervoor zorgen dat zij geen schade berokkenen aan mens en milieu … de UNGP moeten daarom in de nationale ontwikkelingsplannen worden geïntegreerd”.
In september 2016 werd het ‘Plan van aanpak’ voor de SDG’s gepresenteerd waarin het kabinet bekend maakt hoe ze de duurzame ontwikkelingsdoelen denkt te bereiken. De eigen aanbeveling uit mei blijkt daarin niet te zijn opgevolgd: het plan bevat geen enkele verwijzing naar de UNGP’s. Nederland lijkt er zo lijkt het wel in dit plan, van uit te gaan dat bedrijven louter een positieve bijdrage aan ontwikkeling leveren.
Omdat de noodzaak om mensenrechtenschendingen door bedrijven aan te pakken niet is opgenomen in het plan stuurde het MVO Platform een brief aan de Tweede Kamer.