Op 18 september organiseerde de SER een bijeenkomst voor sectorvertegenwoordigers over de opvolging van het SER-advies IMVO-convenanten. Genodigden waren de vertegenwoordigers van de 13 sectoren die zijn betrokken in de Sector Risico Analyse. Het MVO Platform was één van de sprekers en gaf haar visie op het proces richting IMVO-convenanten en de rol van maatschappelijke organisaties. Hieronder volgt de spreektekst van het MVO Platform.
"Het MVO Platform vraagt van de overheid meer inzet om MVO te bevorderen én beleid dat maatschappelijk ONverantwoord ondernemen aanpakt. Het maatschappelijk middenveld (verenigd in het MVO Platform) heeft dan ook grote verwachtingen van het door minister Ploumen aankondigde convenantenbeleid. We onderschrijven het doel van minister Ploumen toen ze dit beleid aankondigde: het structureel verminderen van schendingen. De minister wilde terecht niet steeds op incidenten hoeven reageren die door pers of NGO naar voren worden gebracht. Minister Ploumen verwacht een proactieve aanpak, preventief en tijdig repareren waar het toch misgaat.
Het structureel verminderen van schendingen is ook een doel van veel maatschappelijke organisaties. Convenanten kunnen een goed middel zijn, maar ze moeten dan wel stevig zijn en zich onderscheiden van andere initiatieven (codes, sectoriniatieven e.d.) want die blijken vaak misstanden niet te kunnen voorkomen. Neem de kleding, een sector met veel MVO-initiatieven, en toch ging het in Bangladesh gruwelijk mis.
Het MVO Platform deed een reeks suggesties aan minister Ploumen over de convenanten, te vinden op de website. Dit verwachten we minimaal van bedrijven:
- Bedrijven moeten echt in de spiegel durven kijken en ook lastige problemen onder ogen zien en aanpakken. Dus niet alleen waar een business case is.
- Er moeten resultaten geboekt worden ter plekke, in de praktijk, het mag niet bij beleidsvoornemen of praten blijven.
Dit vergt wil en inspanning van meerdere partijen, ook de overheid, ook maatschappelijke organisaties.
Maatschappelijke organisaties in het MVO Platform hebben veel kennis over schendingen. Zij hebben contacten in productielanden met lokale organisaties en vakbonden, die direct te maken hebben met negatieve effecten van de productie in internationale ketens. Het betrekken van deze kennis van meet af aan is een noodzakelijke voorwaarde voor geloofwaardige convenanten. Dat is niet altijd leuk, het kan confronterend zijn, maar deze spiegel voorhouden moet een startpunt zijn. Alleen dat leidt tot effectief MVO-beleid.
Het SER secretariaat vroeg aan te geven welke rol maatschappelijke organisaties willen spelen en welke bijdrage ze willen leveren aan de convenanten. Daar is géén pasklaar antwoord op, de rollen van maatschappelijke organisaties zijn divers. Expertise ligt soms op een issue (Stop Kinderarbeid), een specifiek land of een sector (Schone Kleren Campagne, of Fair Wear). Sommige organisaties zijn bereid langdurig mee te denken over oplossingen én mee te werken (ze kunnen dus mede ondertekenaar worden van een convenant), andere zullen wel in gesprek willen maar geen langdurige samenwerking aangaan, weer anderen zullen het proces van buitenaf kritisch volgen of campagne over misstanden die zijn geconstateerd. Niet coöperatief zult u zeggen, hebben we niets aan. Maar ook deze kritische organisaties helpen u verder als u zich ervoor openstelt. Dit verzin ik niet, dit is de ervaring van MVO managers van koploperbedrijven, zo vertelden zij ons achter gesloten deuren. Vervelende campagnes blijken soms beslissend om verder te komen (al was het alleen al om interne obstakels te beslechten in het bedrijf).
Wat wel belangrijk is: neem die stakeholders van meet af aan serieus. Er dreigt een slechte start voor dit convenantenproces. Onderdelen van het KPMG-rapport zijn in eerste instantie alleen naar bedrijven gestuurd. Nu we deze stukken wel hebben, constateren we dat er nauwelijks informatie in staat die maatschappelijke organisaties massaal aan KPMG aanleverden. Ook vandaag zijn er wél bedrijven uitgenodigd maar niet de maatschappelijke organisaties relevant voor de sector. Ik vraag u, is dat -ik citeer uit het SER advies- ‘betekenisvolle stakeholderdialoog’?
Dat brengt me op het SER advies. Het SER advies bevat veel goede elementen, ook in onze ogen. Maar wat we zien gebeuren is dat één zinnetje uit het SER advies wordt opgevolgd en de rest niet. Het zinnetje waar ik op doel is “het initiatief om te komen tot sectorafspraken zo veel mogelijk bij het bedrijfsleven begint.” Andere elementen die de SER benadrukt zien we niet terug, nog niet: “de IMVO-convenanten bieden de overheid een mogelijkheid om invulling te geven aan haar duty to protect". Het SER advies wijdt zelfs een heel hoofdstuk, hoofdstuk 3, aan wat die rol zou moeten of kunnen inhouden. Daarin staat het bieden van procesondersteuning maar ook een hele reeks suggesties voor de overheid als partij in een convenant. Als het SER-advies wordt opgevolgd willen we ook dit terugzien. Sterker nog, wij denken dat de convenanten geen toegevoegde waarde zullen hebben ten opzichte van bestaande initiatieven als de overheid niet een stevige rol neemt.
Het SER advies bevat ook een nuttige checklist waaraan alle convenanten moeten voldoen. Hanteer die checklist! Als we kijken naar de wijze waarop nu een convenant over steenkool/energie tot stand lijkt te komen, voldoet dat op heel veel punten niet aan die checklist. Ik wil daarom afsluiten met de oproep aan overheid en bedrijven, en aan de SER zelf: kiest u voor het uitvoeren van het SER advies, voer het dan helemaal uit. En niet één zinnetje."