In internationaal verband zijn richtlijnen en normen ontwikkeld die zich specifiek richten op de verantwoordelijkheden van ondernemingen. Deze richtlijnen zijn (mede) ontwikkeld door nationale overheden. De twee belangrijkste internationale MVO-normen worden hier uiteengezet.

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen

De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen (de OESO-richtlijnen) maken duidelijk wat van bedrijven wordt verwacht op het gebied van ondernemen met respect voor mensenrechten, arbeids- en vakbondsrechten, milieu, klimaat en dierenwelzijn. Als lid van de OESO heeft Nederland de OESO-richtlijnen in 2011 en in 2023 opnieuw onderschreven. De OESO-richtlijnen vormen sinds 2013 het uitgangspunt van het Nederlandse beleid voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO).

De OESO-richtlijnen schrijven bedrijven voor dat zij de maatschappelijke risico’s van hun bedrijfsactiviteiten continu evalueren – zowel met betrekking tot hun eigen bedrijfsvoering als die de bedrijven met wie zij een zakenrelatie hebben – door middel van het doorlopen van het proces van due diligence (gepaste zorgvuldigheid) ten aanzien van mensenrechten en milieu. Daarbij staan dus niet de risico’s op negatieve effecten voor het bedrijf zelf, maar de risico’s op negatieve effecten op mensen en het milieu centraal.

Landen die de OESO-richtlijnen onderschrijven dienen een Nationaal Contactpunt (NCP) voor de OESO-richtlijnen in te richten. Een NCP heeft twee kerntaken: het bevorderen van de toepassing van de OESO-richtlijnen en het fungeren als meldpunt voor klachten van bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties of vakbonden die van mening zijn dat een bedrijf zich niet aan de OESO-richtlijnen houdt. Het NCP kan dan een bemiddelingstraject opzetten. Het Nederlandse NCP publiceert regelmatig uitspraken over ingediende klachten die niet alleen van betekenis zijn in de betreffende zaak, maar ook bijdragen aan verdere verheldering van de MVO-normen.

De OESO-richtlijnen werden in 2011 in lijn gebracht met de principes en verantwoordelijkheden die zijn opgenomen in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s). De OESO-richtlijnen geven een uitgebreide invulling aan de tweede pijler van de UN Guiding Principles, de responsibility to respect, die ziet op de verantwoordelijkheid van ondernemingen om mensenrechten te respecteren. De OESO Due Diligence Handreiking, die in 2018 werd gepubliceerd, bevat een verdere uitwerking van het normenkader en biedt bedrijven concrete handvatten voor de uitvoering van de zes stappen van due diligence.

Actualisering van de OESO-Richtlijnen (2023)

In 2023 stemden de OESO-lidstaten in met de geactualiseerde versie van de OESO-richtlijnen, waarin verschillende aanpassingen en verbeteringen zijn doorgevoerd. In de herziene richtlijnen wordt herbevestigd dat bedrijven due diligence dienen toe te passen over de gehele waardeketen (inclusief het downstream-gedeelte). Een ander belangrijk element is dat de geactualiseerde OESO-richtlijnen verhelderen dat multistakeholderinitiatieven bedrijven weliswaar kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van due diligence, maar dit proces niet kunnen vervangen.

Daarnaast verwijzen de OESO-richtlijnen nu ook naar dierenwelzijnsstandaarden en wordt de verantwoordelijkheid van bedrijven om klimaatschade te voorkomen duidelijk benoemd. Ook de risico’s op schade aan biodiversiteit, ontbossing en vervuiling zijn nu expliciet in de Richtlijnen opgenomen, evenals het belang van een rechtvaardige energietransitie (just transition). Daarnaast gaat er speciale aandacht uit naar de rechten van inheemse volkeren, inclusief het recht op vrije voorafgaande en geïnformeerde toestemming (FPIC), en naar gemarginaliseeerde groepen, intersectionaliteit en mensenrechtenverdedigers. De herziene OESO-richtlijnen spreken nu van ‘werkenden’ in de waardeketens van bedrijven (en beperken zich daarmee dus niet tot alleen medewerkers van bedrijven) en onderstrepen het belang van vakbondsvrijheid en collectieve onderhandelingen.

Meer lezen

  • De huidige versie van de OESO-richtlijnen (Engels).
  • De reactie op de geactualiseerde OESO-richtlijnen van OECD Watch, wereldwijd netwerk van maatschappelijke organisaties dat kennis deelt over de OESO-richtlijnen en gesprekpartner is van de MVO-werkgroep van de OESO.
  • De reactie op de herziene OESO-richtlijnen van TUAC, de adviescommissie van de vakbonden bij de OESO.
  • Het visiestuk over de OESO-richtlijnen van het MVO Platform.
  • Overzicht van de meldingen bij het Nederlandse NCP.

 

VN-Principes voor Mensenrechten en Bedrijfsleven

In 2011 namen de Verenigde Naties (VN) de Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) aan. Dit zijn internationale MVO-richtlijnen die duidelijk maken wat de rol van staten is en welke verantwoordelijkheid het bedrijfsleven heeft in relatie tot mensenrechten. De UNGP’s zijn een aanvulling op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere mensenrechtenstandaarden.

De UNGP’s kennen drie pijlers, te weten ‘Protect’, ‘Respect’ en ‘Remedy’:

  • Duty to Protect
    De plicht van staten om mensen te beschermen tegen mensenrechtenschendingen door derde partijen, zoals bedrijven.
  • Responsibility to Respect
    De verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om mensenrechten te respecteren. Due diligence is een kernbegrip in de uitwerking hiervan.
  • Access to Remedy
    De toegang tot recht en genoegdoening van slachtoffers bij schendingen is de verantwoordelijkheid van staten én van bedrijven.

Meer lezen